Leon Tebbe

Leon TebbeLeon Tebbe (1949) is een bekende Nederlandse graficus, schilder en tekenaar die woont en werkt in het Spijkerkwartier in Arnhem.

Je hebt de grote stromingen in de kunst en je hebt de eenzaten zoals Leon Tebbe.

En zo heb je er dan overigens nog wel een paar meer: kunstenaars die geheel onafhankelijk van de tijdgeest en de meeslepende kracht van de hoofdstroom werken. Op zichzelf staan. En het dus ook op eigen kracht moeten zien te redden, zonder gemeenschappelijke manifesten, groepstentoonstellingen, happenings en ander gezamenlijk voortgebracht lawaai en spektakel.

Maar overigens toch heel groot kunnen worden – neem de voorbeelden die ik in gedachten heb, eentje uit Zuid- en eentje uit Noord-Europa: Giorgio Morandi en David Hockney. Niet toevallig schilders waar Tebbe een duidelijke verwantschap mee heeft. Dus eenzaten onderling hebben misschien wel weer wat gemeen.

Het eerst dat opvalt is dat hun werk heel sterk hun eigen wereld betreft. Alles wat ze om zich heen zien en meemaken. Ook hierin is het niet wat er in de grote buitenwereld speelt, de grote thema’s van hun tijd, die hen tot creatie inspireert.

Morandi heeft genoeg aan een paar spulletjes in zijn atelier. Die hij heel zorgvuldig groepeert om ze vervolgens om te toveren tot een schilderkundig feestje – overigens alleen voor intimi – van kleur en compositie.

Tebbe gaat, net als Hockney, ook nog wel eens de deur uit. Hockney zag dan o.a. zwembaden, wat hem de aanleiding verschafte tot prachtig geschilderd water. Juist de ongrijpbaarheid daarvan wordt door Hockney in zeer tastbare kronkelende lijnpatronen vastgelegd.

En natuurlijk is er buiten de tuin en het landschap. Voor zowel Tebbe als Hockney bijzonder dankbare onderwerpen om mee aan de slag te gaan.

Wat stilistisch opvalt: de heren doen niet aan diepte. Voor- en achtergrond bestaan niet. Er is geen kleurperspectief, eigenlijk sowieso geen perspectief. Dus als je met je blik op een onderdeel inzoomt wat logischerwijs naar achteren is geplaatst, schiet dit zomaar naar voren door even geprononceerd te zijn in kleur, vorm, contour of patroon.

Tebbe is net als Hockney dol op patronen. Waarschijnlijk omdat die de platheid van het werk nog verder versterken. Waarmee de nadruk op de abstracte kwaliteiten komt te liggen. En sommige werken bijna de platheid en grappig genoeg ook de repeterende vormentaal krijgen van een behangetje – geenszins oneerbiedig bedoeld.

Figuratie dan wel non-figuratie zijn niet langer relevante begrippen. Alhoewel, dat is toch niet helemaal waar, de afgebeelde attributen kunnen wel mede de sfeer bepalen. Want Tebbe’s doeken zijn heel erg sferisch. Daarin doet hij dan weer meer aan Morandi denken. Tebbe is een meester van de kleur – elke nuance in sfeer weet hij op te roepen.

En hij goochelt qua kleur dan opeens weer wel met driedimensionaliteit: als weinig anderen speelt hij met heldere, midden- en schaduwtonen als het licht zich over vormen heen drapeert. Dus toch een beetje diepte, maar meestal ongeveer zo diep als een doos.

In tegenstelling tot Hockney is bij Tebbe sprake van een mensloos universum. Mensen zijn wellicht teveel ‘de ander’ – Tebbe schildert, overdrachtelijk, alleen zichzelf. Totdat hij er op een goede dag wel een uitdaging inziet een mens in zijn beeld-poëtica in te passen – kan ook zo maar gebeuren.

Wat uit alles blijkt: het goede van Tebbe is dat geen enkele regel krijgt de kracht van wet krijgt. Er zijn altijd uitzonderingen. Hij verschuilt zich niet in de luiheid van de principiële mens – die hoeft immers niet meer na te denken. Tebbe blijft zich per situatie beraden wat de beste oplossing is.

Had ik al gezegd dat Tebbe een gouden handje van schilderen heeft? Een uiterst soepele en spontane penseel- en kwastvoering, die de illusie van gemak en nonchalance moeiteloos in stand houdt.

Met dank voor de bijdrage van gastcurator Pieter Entrop