Mitsy Groenendijk

Mitsy GroenendijkMitsy Groenendijk (1952) is een bekende Nederlandse kunstenares. Zij was een van de voorvrouwen van de ‘Sirenen’ die eind vorige eeuw Amsterdam onveilig maakten met een vrouwelijk gepresenteerde schilderkunst die teruggreep op de romantiek.

Sirenen

In de negentiger jaren van de vorige eeuw presenteerden de SirenenAnya Janssen, Tjarda Sixma en Mitsy Groenendijk – zich op vele plekken, waaronder de toenmalige Galerie Apunto, destijds gevestigd aan het Damrak in Amsterdam.

In sexy uitdossingen – hoge laklaarzen en strakke korte rokken – poseerden zij in allerlei settings als femmes fatales. Hun verleidelijkheid, vastgelegd in media als geënsceneerde fotografie, tekeningen en schilderijen was menig man te machtig – slachtoffers vielen bij bosjes.

Later gingen de dames op een heel andere toer. Op de uitnodigingskaart van een volgende gezamenlijke tentoonstelling was er sprake van ‘Nature Women’. Met blosjes op de wangen, de haren los, een schort voor en geitewollen sokken in stevige stappers poseerden zij breed lachend met kind, baby, varken en hondje.

Het ging zover dat op de vloer van de toenmalige galerie Apunto stro werd gelegd en de ramen werden voorzien van boerenbont gordijntjes. De zaak verder aangekleed met geraniums en groen geschilderde houten hekjes. Met behulp van een aantal knoppen waren boerderijdieren-geluiden op te roepen, waaronder het karakteristieke Kukeleku.

Thematiek

Vaak werd gekozen voor een paradijselijke omgeving, ook voor Groenendijk vaak het decor voor haar taferelen. In de hoofdrol beeldde zij meestal een vrouw uit, onmiskenbaar Groenendijk zelf. Bijvoorbeeld als Leda terwijl zij in de vleugels ligt van een zwarte zwaan. Of de Hof van Eden doorkruisend op de rug van een Eenhoorn.

Op de achtergrond zijn er dan soms attributen als een ladder tegen een boom vol verboden vruchten, maar dan bij voorkeur wel weer vermengd met zoiets oer-Hollands als een rijtje molens.

Uiteraard is sprake van een flinke dosis aandachttrekkerij, onder het motto dat daar niets mis mee is. Maar hun kunstwerken zijn met zoveel aandacht en precisie gemaakt dat het om veel meer gaat.

Henk Peeters, kunstcriticus van het NRC toen ter tijd:

“Wat de Sirenen gemeen hebben is hun belangstelling voor Romantici als Böcklin en Fuseli uit de vorige eeuw. Ze demonstreren een hedendaags escapisme in een opzettelijk naïeve stijl. De ernst van hun voorbeelden verruilen ze voor vrolijkheid. Misschien uit machteloosheid, om een houding te vinden voor de onmogelijkheid het tij voor de mensheid ten goede te keren, wie weet.”

Met dank voor de bijdrage van gastcurator Pieter Entrop