(een videoportret van Henk Peeters door Sherman de Jesus)

Henk Peeters: spin in het web van de Nul-Beweging

Henk Peeters (1925 – 2013) is vooral bekend geworden als een van de vier leden van de Nederlandse Nul-beweging (samen met Armando, Jan Henderikse en Jan Schoonhoven) en als de internationale woordvoerder en organisator die de Nul-beweging (1960 – 1965) in contact bracht met de internationale kunstenaars overal ter wereld die zich verbonden met de van oorsprong Duitse Zero groep. Onvermoeibaar was hij in de jaren zestig in de weer om tentoonstellingen te organiseren waar internationale Zero kunstenaars aan deelnamen die inmiddels vaak grote namen zijn zoals Yves Klein (Frankrijk), Piero Manzoni (Italie), Jayoi Kusama (Japan) en de oorspronkelijke Zero leden uit Duitsland:  Otto Piene, Ernst Mack en Günther Uecker.

Hieronder waren tentoonstellingen in het Stedelijk Museum en het roemruchte “Zero on Sea” dat op de Pier van Scheveningen met vijftig internationale kunstenaars allerlei uiteindelijk onhaalbare projecten wilde realiseren op monumentale schaal waardoor het hele evenement uiteindelijk werd afgeblazen. In 1961 werd Henk Peeters zelf en kunstwerk van de hand van Pierro Manzoni met certificaat en al. In 1965 gaf hij zijn werk mee met de vuilnis. Ondanks dit soort markante acties trad Henk Peeters met zijn werk toch minder nadrukkelijk op de voorgrond dan andere leden van de Nul-beweging. Zijn werk heeft iets bescheidens.

Werk en thematiek

In zijn werk was Peeters vooral een aanhanger van een realistisch gedachtengoed: in zijn ogen was de kunst in wezen inferieur aan de werkelijkheid met als consequentie dat hij dat alledaagse juist tot kunst wilde verheffen. Niet de afbeelding van een voorwerp maar het voorwerp zelf werd bij hem kunst. De persoonlijke signatuur van de kunstenaar werd daarbij uitgebannen. Dit uitte zich in het gebruik van alledaagse industrieel vervaardigde voorwerpen zoals schuimrubber, watten, nylon, borstels, plastic zakjes, afwashandschoenen en kunstgras uit grote warenhuizen die in series toegepast werden in composities. Maar ook in werk gemaakt met tamelijk anonieme natuurproducten zoals veren en haar die door hun structuur toch een bepaalde zeggingskracht kunnen hebben. Wat Peeters zelf betreft: aanraakbare kunst met aaibare texturen (hoewel dat er natuurlijk in de musea nooit van komt: dat aanraken).

Een zekere inwisselbaarheid of gelijkheid was hierbij van belang. Wat in dit gelijkheidsstreven voor hem wellicht een rol speelde was zijn afkomst uit een communistisch milieu: toegankelijke kunst, begrijpelijk voor iedereen. “Authentieke” schilderkunst, zoals bijvoorbeeld in het abstract expressionisme, van de schilder als individu had kortom afgedaan en maakte plaats voor multiples van serieel toegepaste ready mades die die de individualiteit en authenticiteit bevragen.

Ook “schilderde” hij net als andere kunstenaars uit de Zero-beweging met de natuurkrachten zelf: zoals met vuur en rook (ook wel: pirografie), lichtreflecties, water, ijs, sneeuw en mist. Van Peeters wordt wel gezegd dat hij altijd de gedachten van de Nulbeweging toe is blijven passen. Zijn nadagen bracht hij door met het restaureren en reconstrueren van Nul-werk. En hij is altijd een woordvoerder gebleven voor de beweging.

Wellicht veelbetekenend: Peeters sprak ook over zichzelf soms als een “Nul”. Samen met een aantal leden van de Nul-beweging had hij eerder in de jaren vijftig al de Informele Groep (1958 – 1960) opgericht die ook gerekend kan worden tot het Nouveau Realisme. In een latere fase van zijn leven (1997 – 2013) maakte hij een tijd lang werk dat bestond uit op een raamwerk gespannen koeienhuiden waarbij het toevallige patroon van de huid weer op een nieuwe manier een uiting vormt van het objectieve.

Peeters over zijn eigen werk

Zijn werk viel zozeer samen met de werkelijkheid dat zelfs hij moeite had om zich er aan vast te houden. Peeters over zijn eigen werk:

“Ik moet zeggen, dat ik nu liever de krant lees dan het Museumjournaal. Toch wel. Het werkelijke leven is toch veel interessanter dan de kunst. Nul is daar mee begonnen. De conclusie is dan dat je er ook mee ophoudt. Misschien ben ik binnen Nul de meest consequente realist geweest. Dat voor mij kunst en leven uiteindelijk echt samenvielen. En dan vraag je je af: wat moet je dan nog maken? Dan is het er toch allemaal?”

Erkenning

Naast zijn werk als kunstenaar heeft Henk Peeters lange tijd lesgegeven aan de kunstacademie van Arnhem (van 1957 tot 1972). Ook maakte hij televisieprogramma’s en adviseerde hij maatschappelijke instellingen.

Waar de kunstkritiek de Nul-Beweging aanvankelijk weghoonde is werk van Henk Peeters nu onder andere opgenomen in de volgende musea en collecties: Stedelijk Museum Amsterdam, Coda Museum, Van Abbe-museum, Haags Gemeente Museum, Rijksmuseum Kröller-Müller, Museum Boijmans-van Beuningen, het Centraal Museum Utrecht, tal van overheidscollecties en internationale musea.

Over Henk Peeters en de Nul-Beweging zijn tal van publicaties verschenen. Zijn werk was een inspiratiebron voor vele kunstenaars uit volgende generaties waaronder: Jan Dibbets, Ger van Elk en Marinus Boezem.