Zero

Tegenwoordig zijn Zero en de Nul-beweging een begrip onder kunstkenners en verzamelaars en brengen werken van met name Duitse en Italiaanse Zero kunstenaars miljoenen op bij de grote veilinghuizen. Het begin was natuurlijk heel wat bescheidener:

Rond 1957 riepen twee Duitse kunstenaars, Heinz Mack en Otto Piene op tot een nieuwe vorm van kunst. Deze oproep zou de basis vormen voor de internationale Zero beweging en uitte zich eerst in een manifest en een tijdschrift en een groep zonder leider of hiërarchie (ook gerepresenteerd in de cirkel van een Nul). Iets later sloot Günther Uecker zich bij hen aan. De naam Zero verwijst overigens naar het startmoment na de countdown voor het lanceren van een raket (het optimisme van de “space age” tegenover de duisternis van het totalitarisme). Voor deze Duitse kunstenaars verwees het nulpunt naar een nieuw begin na het vacuüm dat de oorlog in het Duitse culturele leven had achtergelaten: lege kunstbibliotheken, een van Europa geïsoleerd Duitsland en de herinnering aan de oorlog. Zij zochten naar een nieuw begin in een tijd vol belofte, vooral vertegenwoordigd door technologische vooruitgang en nieuwe internationale samenwerkingsverbanden: de tijd van de wederopbouw en het Duitse Wirtschaftswunder. Hierbij gaven zij beweging en de “hemelse” elementen vuur, lucht en licht die horen bij het optimisme van de “space age” een bijzondere en positieve, hoopvolle betekenis als grondstoffen van een nieuwe kunst. Zo “schilderden” zij met vuur en maakten kunstwerken met licht of over de werking van licht (Heinz Mack). Ook was er veel aandacht voor kinetische werken en sensorische effecten zoals optische illusies door de werking van licht (Mack) en rubberen sculpturen die bewegen door zichzelf te vullen met lucht en vliegende “sculpturen” gevuld met helium (Otto Piene). Al snel sloten zich in losse verbanden met name Italiaanse kunstenaars aan (Enrico Castellani, Augustino Bonalumi, Nanda Vigo en Pierro Manzoni) en in Frankrijk (Yves Klein, Bernard Aubertin, Jean Tinguely).

Nul-beweging

Rond 1960 sloot een aantal Nederlandse kunstenaars (Armando, Jan Henderikse, Henk Peetersen, Jan Schoonhoven en Herman de Vries) dat daarvoor werkte onder de naam “De Informele Groep” (van 1958 tot 1960 met Kees van Bohemen, zonder Herman de Vries) zich aan bij Zero en noemde zich voortaan “Nul”.

Wat de Nul-beweging vooral wilde was het verwerpen van de elitaire aard van kunstvormen zoals schilderen, op dat moment vooral vertegenwoordigd door het Abstract Expressionisme met al zijn emotie en andere vormen van informele schilderkunst. Zij wilden voortaan “anti-schilderkunstige” kunst maken op basis van voor iedereen toegankelijke maar toch geliefde industriële wegwerpartikelen en “objets trouvés” leidend tot conceptuele en vaak minimalistische kunstuitingen.

Karton, papier-mâché, toiletrollen, triplex (Schoonhoven), munten, flessen, kurken en andere alledaagse voorwerpen (Henderikse) vormden de basis van deze nieuwe kunst die informeel van aard is en een nieuw realisme tentoonspreidt. Het gaat daarbij overigens niet per se om een maatschappijkritiek maar om het maken zelf.

Deze kunst is als het ware in overeenstemming gebracht met de industriële tijdgeest: in plaats van unieke kunstwerken worden multiples / serieproducten gemaakt. De werken zelf zijn vaak ritmisch opgebouwd door de regelmatige herhaling van de industriële voorwerpen waaruit ze zijn opgebouwd. Die voorwerpen zelf worden vaak rechtstreeks als kunstvoorwerp gepresenteerd. En ook het kleurenpalet wordt vaak afgebouwd naar een of twee kleuren (wit bij Schoonhoven, zwart-rood bij Armando).

De eerste grote Nederlandse tentoonstelling van de Nulbeweging vond plaats in 1962 in het Stedelijk Museum in Amsterdam onder de naam “Nul 62” daarvoor vonden ze alleen aansluiting bij kleinere galeries. De tentoonstelling werd door kunstcritici neergesabeld. Pas tegen 1965  begon de Nul-beweging ook in deze gremia van de kunstwereld erkenning te vinden als experimenteel en innovatief. Die innovatieve aard toont zich nog altijd in allerlei vormen van minimalisme en performance art die schatplichtig zijn aan de inmiddels als van groot historisch belang beoordeelde Nul-beweging. In 1966 kwam er een einde aan de internationale beweging Zero. Maar het gedachtengoed leeft voort. Ook hedendaagse kunstenaars zijn nog altijd geïnspireerd door de ideeën van Zero.

Documentaire “HOUR NULL – The Art Movement ZERO”

Bekijk onderstaande documentaire voor een terugblik met een aantal van de oprichters van Zero: Heinz Mack, Otto Piene en de later aangesloten Günther Uecker. (Duits gesproken zonder ondertiteling).