Art Brut of Outsider Art
De termen Art Brut en Outsider Art worden gebruikt om werk van uiteenlopende aard dat meestal gemaakt wordt door autodidacte kunstenaars in te delen in een ‘stroming’. De werken ontstaan buiten de mainstream kunstwereld en zijn authentiek en puur en vaak onconventioneel en fantasierijk net als tekeningen van kinderen bijvoorbeeld. De term Art Brut werd in 1948 gemunt door Jean Dubuffet en staat voor ‘Rauwe Kunst’ die het zag als krachtiger dan de inauthentieke geassimileerde kunst prevalent in de mainstream.
In 1972 introduceerde de Engelse kunsthistoricus de term Outsider Art. Outsider Art wordt eerder gebruikt voor kunstenaars die leiden aan psychische stoornissen of delinquenten. Er wordt ook wel gesproken van Marginale Kunst. Dit type kunst werd op doorslaggevende wijze onder de aandacht gebracht door de psychiater Hans Prinzhorn die kort na de eerste wereldoorlog een boek ‘Bildnerei der Geisteskranken’ (1922) publiceerde over dit type kunst. Met name surrealistische kunstenaars lieten zich hier door inspireren net als COBRA kunstenaars iets later overigens. Al vroeg had de Blaue Reiter groep aandacht voor het fenomeen temeer daar meerdere leden de waanzin van de oorlog hadden meegemaakt. In het interbellum besteedde het MoMa onder leiding van Alfred Barr al uitgebreid aandacht aan autodidactische kunst.
Art Brut en Outsider Art vallen niet samen met Volkskunst of Naïeve kunst. Volkskunst is een uiting van de waarden van een groep. Naïeve kunst wordt gemaakt door kunstenaars die zich sterk bewust zijn van de waarden van de mainstream cultuur.