Corneille
Corneille (Luik 1922 – Auvers sur Oise, Frankrijk, 2010) is vooral bekend geworden als COBRA kunstenaar. Hij werd onder de naam Guillaume Cornelis Beverlo geboren uit Nederlandse ouders in het Belgische Luik. Als 17-jarige verhuist hij naar Haarlem. Op zijn achttiende schrijft hij in aan de Academie voor Schone Kunsten te Amsterdam, waar hij tekenen en graveerkunst volgt tussen 1940 en 1942. Hier leert hij Karel Appel kennen. Aanvankelijk werkte hij louter realistisch: stillevens, figuren en landschappen en is hij sterk beïnvloed door Picasso. Hij stelde voor het eerst tentoon in Groningen (1946) bij een collectieve van de Nederlandse experimentele groep ‘Reflex’. Datzelfde jaar reisde Corneille voor het eerst naar Parijs. Al in de jaren 1947 en 1948 ontwikkelt Corneille een typische stijl, met een grafische lijnvoering, zachte kleuren en een eigen belevingswereld. Deze stijl heeft hij ontwikkeld tijdens een reis naar Budapest onder invloed van ontmoetingen met Jaques Doucet, die op zijn beurt weer een groot bewonderaar van Miro was wiens invloed duidelijk zichtbaar wordt in Corneille’s werk door uitbundig vrolijke vormen en kleuren.Ook ontdekt Corneille hier het werk van Paul Klee en de geschriften van de Surrealisten, met name van Breton, Eluard en Aragon en begint hij meer van zijn verbeelding uit te gaan. In 1948 doemen in zijn werk grote stellage-achtige wezens met angstaanjagende koppen op. Schilderen was voor Corneille een roeping. Zijn werken zijn altijd uitbundig van kleur en vaak lijken zij een passage uit een verhaal of gedicht.